Niederändischkurse und Niederländischunterricht | online als Fernkurs via Skype | Nederlands voor iedereen - Niederländisch für alle

Huiswerk van de afgelopen weken

Fortgeschrittenenkurs montags 18.30 bis 20.00 Uhr

Dit hebben we op 13 juni in de les gedaan

Boek
- blz. 193: opdr. 24 (mondeling)

Zie mijn e-mail van 12 juni
- de tekst over de vriend gelezen en erover gesproken
- de tekst over vrouwen gelezen en erover gesproken
- van het A4’tje met de drie korte teksten hebben we alle teksten besproken

Huiswerk voor maandag 20 juni

1. Website

1.1. Online producten en activeren (dat is een menupunt onder je naam) » Extra opdrachten » H6 » Grammatica » opdr. 1, 2, 4
Let op punten, komma’s en dergelijke. Controleer jullie antwoorden alsjeblieft met behulp van de buttons onder de opdrachten.

1.2. Online producten en activeren » Liedjes » H6 » beluister het tweede (De een…) en het derde liedje (Andere…) en maak de opdrachten onder de liedjes. De links naar de uitgeschreven teksten vinden jullie onder de links naar de liedjes. Controleer jullie antwoorden alsjeblieft met de links onder de opdrachten.

2.
Check alsjeblieft even jullie e-mail.

Succes!



Huiswerk voor maandag 13 juni (geen les op 6 juni i.v.m. Pinksteren)

1. Boek
- blz. 184: opdr. 12
- blz. 273: sleutel

2. Website

2.1. Video (doe dat alsjeblieft in ieder geval)
Online producten en activeren (dat is een menupunt onder je naam) » Extra beeld » H6 » Bekijk het fragment en beantwoord de vraag.
Onder de link naar de video vinden jullie ook de link naar de uitgeschreven tekst. Onder die link vinden jullie de vraag en onder de vraag vinden jullie de link naar de antwoorden.

2.2.
Online producten en activeren » Uitspraak en verstavaardigheid » H6 » Opdr. 1 (A + B; B vinden jullie helemaal onderaan)

Succes!

Aufbaukurs dienstags von 19.00 bis 20.30 Uhr

Dit hebben we op 14 juni in de les gedaan

In het dikke cursusboek
- blz. 43: opdr. 3, lees ook wat er naast de ‘i’ en de ‘g’ staat en zie ook blz. 200 in het cursusboek: 1.4 Demonstrativpronomen (onderaan de pagina); onder de eerste link hieronder vind je nog wat voorbeelden (Beispiele)
- blz. 54, nr. 8: we hebben de e-mail gelezen en over de inhoud gesproken, daarna hebben we erover gesproken hoe je een e-mail in het Nederlands schrijft; onder de tweede link hieronder vind je het begin en het einde van een e-mail zodat je een idee krijgt

A4‘tjes (zie mijn e-mail van 13 juni)
- oefening over deze, die, dit en dat (de sleutel staat op de tweede pagina)
- oefening over de Amerikaanse scholier, het gaat over adjectieven, de sleutel staat op de tweede pagina
- na het maken van de oefening hebben we over deze tekst gediscussieerd

Voorbeeldzinnen (Beispielsätze) met deze, die, dit en dat (klik op de link):
deze-die-dit-en-dat_voorbeelden.pdf [42 KB]

Een e-mail schrijven (klik op de link):
een-e-mail-schrijven.pdf [21 KB]


Huiswerk voor dinsdag 21 juni

1. E-mail
- blz. 54, opdr. 8: schrijf een korte antwoordmail aan Joram. Vertel iets over jezelf: naam, leeftijd (Alter), woonplaats, familie, huisdieren, waarom leer je Nederlands, wat vind je van Jorams voorstel (Vorschlag).
Stuur me jullie teksten alsjeblieft als e-mail, dan zal ik ze voor jullie nakijken.

2. A4’tje
Maak de oefening over deze, die, dit en dat. Klik hiervoor op de link. De sleutel staat op de tweede pagina.
deze-die-dit-dat.pdf [65 KB]

3. In het dikke cursusboek
- blz. 226: vanaf ‘de stamboom’ (in de rechterkolom) tot aan het einde van de pagina
- blz. 227: alleen de paar woorden die nog bij hoofdstuk (Kapitel) 4 horen (‘meest’ t/m ‘recht’)
- blz. 228: ‘de e-tandem’ (rechterkolom) t/m ‘chatten’

Succes!


Dit hebben we op 7 juni in de les gedaan

In het dikke cursusboek
- blz. 44: opdr. 4 (‘er’ met een telwoord)
Deze oefening gaat over ‘er’ met een telwoord (Zahlwort).
Voorbeelden:
‘Heb je kinderen?’ ‘Ja, ik heb er twee. Ik heb twee zonen.’
‘Heb je boeken?’ ‘Ja, ik heb er veel.’
‘Heb je een huisdier? Nee, ik heb er geen.’
Het woordje ‘er’ staat voor het telwoord (een telwoord is een getal of een woord als ‘veel’, ‘weinig’, ‘geen’) en vervangt (ersetzt) hier het substantief uit de vraag.

- blz. 49: de cursisten hebben de tekst gelezen en vragen aan elkaar gesteld

A4‘tjes (zie mijn e-mail van 6 juni)
- oefening over adjectieven (t/m zin 10 = bis Satz 10 einschl.)
- de cursisten hebben hun kleding beschreven (bv.: ik draag een zwart T-shirt en een blauwe spijkerbroek)
- discussie over republiek versus monarchie
- van het A4’tje met de vier korte teksten hebben we het derde en vierde tekstje gelezen
- over de nieuwe cursus gesproken


Huiswerk voor 14 juni

1. A4’tje
Maak de oefening over adjectieven af (zie mijn e-mail van 6 juni of klik op de link hieronder). De sleutel staat op de tweede pagina.
oefening-adjectieven_de-eerste.pdf [20 KB]

2. In het dikke cursusboek
- blz. 45: opdr. 3

3. In het dunnere werkboek (Übungsbuch)
- blz. 21: opdr. 9 (analoge klok, bijvoorbeeld: het is half tien)
- blz. 21: opdr.10 (cd bij jullie werkboek: track 11)
- blz. 24: opdr. 1, 2
- blz. 25: opdr. 3, 4
- blz. 26: opdr. 9

4. Sleutel (das dünne Lösungsheft):
- blz. 9: controleer jullie antwoorden bij de opdracht uit het cursusboek
- blz. 25: controleer jullie antwoorden bij de opdrachten uit het werkboek

Succes!



Dit hebben we op 31 mei in de les gedaan

Wichtig! Wir haben uns mit der Frage beschäftigt, wann ein Adjektiv (Eigenschaftswort) im Niederländischen die Endung „-e“ bekommt (z.B. leuk » leuke, mooi » mooie, klein » kleine).
Lest bitte erst die entsprechende Seite im Kursbuch (siehe unten) und das Handout (siehe Link bei den Hausaufgaben), bevor Ihr irgendeine Übung dazu macht.

In het dikke cursusboek
- blz. 42: nr. B1 (onderaan = unten), lees alsjeblieft ook wat er naast de ‘i’ en naast de ‘g’ staat.
- blz. 46: opdr. 1 (onderaan), zie ook blz. 9 in de sleutel

Zie mijn e-mail van 30 mei
- de oefening over adjectieven (Wiebke heeft…), de sleutel staat op de tweede pagina
- het gedicht gelezen
- kleding (Die Kleidungsstücke sind im deutschen in alphabetischer Reihenfolge; wenn im Niederländischen kein Artikel genannt wird, ist es „de“, ansonsten habe ich „het“ dazugeschrieben. Lernt einfach ein paar gängige Kleidungsstücke aus der Liste, die für Euren Alltag wichtig sind.)
- de tekst gelezen die een uitroepteken in de titel heeft (den Text mit einem Ausrufezeichen in der Überschrift gelesen)


Huiswerk voor dinsdag 7 juni

1. A4’tje
Lees de hand-out over adjectieven (zie link hieronder) en schrijf vragen op als er iets onduidelijk is.
erklaerung-adjektiv-e_deutsch.pdf [67 KB]

2. In het dikke cursusboek
- blz. 43: opdr. 2
- blz. 44: opdr. 1 (lees ook wat er naast de ‘i’ staat)
- blz. 45: opdr. 2
- blz. 226: ‘het meisje’ (dat is het eerste woord in de rechterkolom) t/m ‘het gezin’ (ook in de rechterkolom)

3. Sleutel (das dünne Lösungsheft):
- blz. 9: controleer jullie antwoorden bij de opdrachten uit het cursusboek

Succes!



Dit hebben we op 24 mei in de les gedaan

Zie mijn e-mail van 23 mei
- herhaling: het bezittelijk voornaamwoord (het possessief pronomen), bestellen in een café
- de lange tekst over het hoorntje gelezen

Algemeen
- herhaling: klokkijken, maanden en seizoenen
- geoefend om een ijsje te kopen


Huiswerk voor dinsdag 31 mei

1. A4’tje
Onderstreep alle adjectieven in onderstaande tekst (klik op de link of zie mijn e-mail van 23 mei). Voorbeelden van adjectieven zijn: klein(e), lang(e), leuk(e), blauw(e).
De sleutel vinden jullie op de tweede pagina.
adjectieven-onderstrepen_plus-sleutel.pdf [15 KB]

2. In het dikke cursusboek (im dicken Kursbuch; macht das zu den Adjektiven bitte auf jeden Fall!)
- blz. 33: opdr. 2
- blz. 38: lees de samenvatting ‘E. Alles op een rijtje’ en schrijf vragen op als er iets onduidelijk is (Let op! Die trennbaren und unregelmäßigen Verben haben wir noch nicht besprochen. Sie kommen später dran.)
- blz. 40: maak de opdracht met de foto’s (cd bij jullie cursusboek: track 11)
- blz. 41: opdr. 1, 2 (ook track 11)
- blz. 42: opdr. 4 (track 12 !)
- blz. 225: ‘de familie’ (het eerste woord van hoofdstuk 4) t/m ‘getrouwd’ (het laatste woord op de pagina)
- blz. 226: de hele linkerkolom (de gesamte linke Spalte)

3. Sleutel (das dünne Lösungsheft):
- blz. 8: controleer jullie antwoorden bij de opdrachten uit het cursusboek

Succes!



Dit hebben we op 17 mei in de les gedaan

1. Algemeen
- herhaling: klokkijken, dagen van de week, een afspraak maken
- de vier seizoenen: de lente / het voorjaar, de zomer, de herfst / het najaar, de winter
- jarig zijn (Geburtstag haben): Janneke is jarig op 1 april. Martijn is jarig op 3 september.

2. In het dikke cursusboek
- blz. 32: opdr. 1, lees ook wat er bij de ‘g’ staat (zie in het dikke cursusboek op blz. 199: 1 Pronomen >> Possessivpronomen en op blz. 200: 1.2 Possessivpronomen)
- blz. 35: opdr. 3 (alleen de maanden)

3. Zie mijn e-mail van 16 mei
- van het A4’tje met de zes heel korte teksten, waaraan we op 10 mei waren begonnen, hebben we het laatste tekstje gelezen


Huiswerk voor dinsdag 24 mei

1. In het dikke cursusboek (im dicken Kursbuch)
- blz. 32, nr. 1: lees wat er bij de ‘g’ en de ‘i’ staat
- blz. 35, nr. 4: lees alsjeblieft de zinnen en lees ook wat er bij de ‘i’ staat
- blz. 36: opdr. 1, 2 (cd bij jullie cursusboek: track 10)
- blz 37: opdr. 3
- blz. 199, 1 Pronomen >> Possessivpronomen: leer de vormen van het possessief pronomen
- blz. 200: lees alsjeblieft wat er bij '1.2 Possessivpronomen' staat
- blz. 225: ‘het spoor’ (dit is het eerste woord op deze pagina) t/m de nacht (in de rechterkolom), alleen de woorden die nog bij hoofdstuk (Kapitel) 3 horen, de woorden van hoofdstuk 4 nog niet

2. In het dunnere werkboek (im dünneren Übungsbuch):
- blz. 19: opdr. 5

3. Sleutel (das dünne Lösungsheft):
- blz. 8: controleer jullie antwoorden bij de opdrachten uit het cursusboek
- blz. 24: controleer jullie antwoorden bij de opdracht uit het werkboek

Succes!



Dit hebben we op 10 mei in de les gedaan

1. Algemeen
- herhaling van de uitspraak
- de cursisten hebben iemand anders voorgesteld aan de groep, bijvoorbeeld:
Dit is mijn beste vriend. Hij heet Sander en hij woont in Utrecht.
Dit is mijn zus. Ze heet Saskia en ze woont in Nijmegen.
- de cursisten hebben geoefend om afspraken met elkaar te maken (zie mijn e-mail van 9 mei)

2. In het dikke cursusboek
- blz. 34: opdr. 1 (onderaan de pagina, lees ook wat er naast de i staat)
- blz. 35: opdr. 3 (alleen de dagen van de week, zie blz. 8 in de sleutel)

3. Zie mijn e-mail van 9 mei
- een afspraak maken
- van het A4’tje met de zes heel korte teksten hebben we de eerste vier tekstjes gelezen


Huiswerk voor dinsdag 17 mei

1. A4’tje
Maak de oefening over de dagen van de week (zie mijn e-mail van 12 mei).
De sleutel staat op de tweede pagina.

2. In het dikke cursusboek (im dicken Kursbuch)
- blz. 35: opdr. 2 (cd bij jullie cursusboek: track 9)
- blz. 224: ‘het possessief pronomen’ (in de rechterkolom = in der rechten Spalte) tot aan het einde van de pagina (bis zum Ende der Seite)

3. In het dunnere werkboek (im dünneren Übungsbuch):
- blz. 16: opdr. 15
- blz. 18: opdr. 1
- blz. 19: opdr. 2, 3, 4

4. Sleutel (das dünne Lösungsheft):
- blz. 8: controleer jullie antwoorden bij de opdracht uit het cursusboek
- blz. 24: controleer jullie antwoorden bij de opdrachten uit het werkboek
- blz. 40: hier vinden jullie de tekst van opdr. 2 uit het dikke cursusboek

Succes!

Fortgeschrittene mittwochs von 19.00 bis 20.30 Uhr

Dit hebben we op 15 juni in de les gedaan

Algemeen:
- over boeken versus films gesproken
- erover gesproken of en in welke mate leerlingen op school leren omgaan met media

Zie mijn e-mail van 14/15 juni:
- fictieve heldinnen en helden beschreven
- de tekst over ‘digitale...’ gelezen en erover gesproken
- de tekst over ‘kosten’ gelezen en erover gesproken


Huiswerk voor woensdag 22 juni

1. In het dunnere werkboek
- blz. 86: opdr. 1, 2
- blz. 98: opdr. 8
- blz. 100: opdr. 12
- blz. 101: alle opdrachten (klemtoon = Betonung; cd bij jullie werkboek: track 70 t/m 73)

2. Sleutel
- blz. 35 en 37: controleer je antwoorden bij de opdrachten uit het werkboek

Succes!



Dit hebben we op 8 juni in de les gedaan

Algemeen:
- over het lange weekend gesproken

In het dikke cursusboek
- blz. 165: opdr. 2 (zie ook blz. 19 in de sleutel)
- blz. 165: opdr. 5 afgemaakt

Zie mijn e-mail van 7/8 juni:
- de oefening over ‘gaan’ en ‘zullen’ gemaakt (de sleutel staat op de tweede pagina)
- de tekst gelezen en besproken waarvan de titel begint met ‘nieuwe’
- over de doelen van de nieuwe cursus gesproken

Succes!


Huiswerk voor woensdag 15 juni

1. In het dikke cursusboek
- blz. 164: opdr. 1
- blz. 166: lees de samenvatting ‘E. Alles op een rijtje’ en schrijf vragen op als er iets onduidelijk is
- blz. 167: lees alsjeblieft de tekst en schrijf twee vragen op die je in de les aan je medecursisten gaat stellen
- blz. 249 ‘betreft’ (in de rechterkolom) tot aan het einde van de pagina
- blz. 250: alleen de paar woordjes die nog bij hoofdstuk 14 horen

2. In het dunnere werkboek
- blz. 98: opdr. 6 (voorbeelden van het imperfectum: werkte, wachtte, computerde…)
- blz. 99: opdr. 10, 11

3. Sleutel
- blz. 19: controleer je antwoorden bij de opdracht uit het cursusboek
- blz. 37: controleer je antwoorden bij de opdrachten uit het werkboek

Succes!



Dit hebben we op 1 juni in de les gedaan

Algemeen:
- over het lange weekend gesproken

In het dikke cursusboek
- blz. 160: opdr. 5 (de woorden vind je in de tekst bij nr. 4)
- blz. 161: opdr. 6
- blz. 161: opdr. B 2, 3
- blz. 162: opdr. 4, C 1, 2
- blz. 163: opdr. 3, 4, 5 t/m de radio

Zie ook blz. 18 en 19 in de sleutel


Huiswerk voor woensdag 8 juni

1. In het dikke cursusboek
- blz. 161, nr. 3: lees alsjeblieft nog een keer de uitleg over het futurum, lees ook wat er naast de ‘i’ en de ‘g’ staat
- blz. 212: leer de vormen van ‘zullen’
- blz. 249 ‘de definitie’ (in de linkerkolom) t/m ‘zitten op’ (in de rechterkolom)

2. In het dunnere werkboek
- blz. 96: opdr. 1, 2 (zie blz. 158 in het cursusboek)
- blz. 97: opdr. 4, 5
- blz. 98: opdr. 7 (gebruik hier altijd de juiste vorm van ‘zullen’)

3. Sleutel
- blz. 37: controleer je antwoorden bij de opdrachten uit het werkboek

Succes!



Dit hebben we op 25 mei in de les gedaan

Algemeen:
- herhaling ‘er’ als plaatsaanduiding en ‘er’ met een voorzetsel = prepositie

A4’tjes (zie mijn e-mail van 24 mei)
- we hebben de tekst over de aanbetaling gelezen en erover gesproken
- van het A4’tje met de drie heel korte teksten hebben we over alle drie de tekstjes gesproken


Huiswerk voor woensdag 1 juni

1. In het dikke cursusboek
- blz. 158: maak alsjeblieft de opdracht onder de foto
- blz. 159: alle opdrachten (lees ook wat er naast de i staat; cd bij jullie cursusboek: track 35)
- blz. 248: ‘de pers’ (het eerste woord van hoofdstuk 14) tot blz. 249 ‘tekenen’ (in de linkerkolom)

2. Sleutel
- blz. 37: controleer je antwoorden bij de opdrachten uit het cursusboek

Succes!



Dit hebben we op 18 mei in de les gedaan

Algemeen:
- over Van Gogh en zijn schilderijen gesproken
- ‘er’ met een voorzetsel = prepositie (bv. op, onder, naast, met, zonder, bij, voor, achter, van...)

Voorbeelden
Heb je zin in koffie? – Ja, ik heb er zin in. / Nee, ik heb er geen zin in.
Liggen de boeken op tafel? – Ja, ze liggen erop. / Nee, ze liggen er niet op.
Schrijf je met deze pen? – Ja, ik schrijf ermee. / Nee, ik schrijf er niet mee. (Let op! ‘Met’ wordt in combinatie met ‘er’ dus ‘mee’!)

A4’tjes (zie mijn e-mail van 17 mei)
- oefening over ‘er’ met een prepositie (lees ook de uitleg boven de oefening)
- van het A4’tje met de zes heel korte teksten hebben we het vierde en het zesde tekstje gelezen


Huiswerk voor woensdag 25 mei

1. A4’tje
Maak onderstaande oefening over ‘er’ met een prepositie (klik op de link). De sleutel staat op de tweede pagina.
oefening-er-met-een-prepositie-plus-sleutel.pdf [33 KB]

2. In het dikke cursusboek (doe dit alsjeblieft in ieder geval)
- blz. 156: lees alsjeblieft de samenvatting ‘E. Alles op een rijtje’ en schrijf vragen op als er iets onduidelijk is
- blz. 248: ‘het eens zijn’ (in de rechterkolom) t/m ‘de kerkerker’

3. In het dunnere werkboek
- blz. 93: opdr. 10
- blz. 94: opdr. 15
- blz. 95: opdr. 3, 5 (cd bij jullie werkboek: track 67, 69)

4. Sleutel
- blz. 36: controleer je antwoorden bij de opdrachten uit het werkboek

Succes!



Dit hebben we op 11 mei in de les gedaan

Algemeen:
- over tradities gesproken
- herhaling: klokkijken (zie blz. 34 in het dikke cursusboek)

A4’tjes (zie mijn e-mail van 10 mei)
- de tekst over de rondleiding gelezen
- van het A4’tje met de zes heel korte teksten hebben we de eerste drie tekstjes besproken


Huiswerk voor woensdag 18 mei (Let op! Maak de opdrachten over Van Gogh uit het cursusboek en uit het werkboek alsjeblieft in ieder geval, want daar gaan we het in de les over hebben.)

1. In het dikke cursusboek
- blz. 157: lees beide teksten over Van Gogh (dus ook de informatie rechts op de pagina) en schrijf twee inhoudelijke vragen op die je in de les aan je medecursisten gaat stellen

2. In het dunnere werkboek
- blz. 93: opdr. 12
- blz. 94: opdr. 17 (Let op! Eén schilderij per persoon is genoeg!)
- blz. 95: opdr. 1, 2 (cd bij jullie werkboek: track 65, 66; een sjwa is de ‘e’ zoals in ‘Katze’ of ‘Straße’)

3. Sleutel
- blz. 36: controleer je antwoorden bij de opdrachten uit het werkboek

Succes!



Dit hebben we op 4 mei in de les gedaan

In het dikke cursusboek
- blz. 156: opdr. 4

Algemeen:
Het woord ‘er’ als plaatsaanduiding.

Voorbeelden:
Ken je Utrecht? – Ja, ik heb er gestudeerd. (‘er’ betekent hier: in Utrecht)
Ken je Dublin? – Nee, ik ben er nog nooit geweest (‘er’ betekent hier: in Dublin)
Ben je gisteren op het strand geweest? – Ja, ik ben er geweest (‘er’ betekent hier: op het strand)

A4’tjes (zie mijn e-mail van 3 mei)
- de oefening over ‘er’ als plaatsaanduiding gemaakt (de sleutel staat op de tweede pagina)
- de tekst over 4 en 5 mei en de tekst over de tante gelezen


Huiswerk voor woensdag 11 mei (Let op! Doe dat uit het werkboek alsjeblieft in ieder geval!)

1. In het dunnere werkboek
- blz. 87: opdr. 4
- blz. 88: opdr. 5, 6, 7
Let op! Dit is géén schrijfopdracht! We gaan de tradities in de les bespreken, doe dit gedeelte van het huiswerk dus alsjeblieft in ieder geval. Steekwoorden zijn prima, maar schrijf niet alles op, want het is belangrijk dat je zo vrij mogelijk spreekt.

2. A4‘tjes
A2.1.
Maak nog een keer de oefening over ‘er’ als plaatsaanduiding die we in de les hebben gemaakt (zie mijn e-mail van 3 mei)
De sleutel staat op de tweede pagina.

A2.2. Maak ook onderstaande oefening over ‘er’ als plaatsaanduiding (klik op de link).
De sleutel staat op de tweede pagina.
oefening_er-als-aanduiding-van-plaats2_plus-sl.pdf [15 KB]

3. In het dikke cursusboek
- blz. 156: lees de samenvatting ‘E. Alles op een rijtje’ en schrijf vragen op als er iets onduidelijk is. Over ‘er’ + prepositie hebben we nog niet gesproken, dat hoef je dus nog niet te kennen.

4. Sleutel
- blz. 35: controleer je antwoorden bij de opdrachten uit het werkboek

Succes!


Huiswerk voor woensdag 4 mei

1. A4‘tje
Maak de oefening over de trappen van vergelijking af waaraan we in de les zijn begonnen (zie mijn e-mail van 26 april).
De sleutel staat op de tweede pagina.

2. In het dikke cursusboek
- blz. 154: opdr. 1 (onderaan de pagina)
- blz. 155: opdr. 2
- blz. 247 ‘het grondwoord’ (in de rechterkolom) tot blz. 248 ‘de hulp in de huishouding’ (in de rechterkolom)

3. In het dunnere werkboek
- blz. 91: opdr. 3, 4, 6
- blz. 92: opdr. 7
- blz. 93: opdr. 11

4. Sleutel
- blz. 18: controleer je antwoorden bij de opdrachten uit het cursusboek
- blz. 36: controleer je antwoorden bij de opdrachten uit het werkboek

Succes!

Fortgeschrittene donnerstags von 19.00 bis 20.30

Dit hebben we op 2 juni in de les gedaan

Algemeen:
- over het lange weekend gesproken

A4’tjes (zie mijn e-mail van 1 juni):
- de uitleg over het imperfectum gelezen
- de hand-out over ‘t sexy fokschaap gelezen
- de eerste helft van de oefening met 25 zinnen gedaan
- spreekoefening: welke activiteiten voerde je vroeger in de zomervakantie uit? Hoe vierde je vroeger kerst?
- de tekst gelezen die een uitroepteken (Ausrufezeichen) in de titel heeft


Huiswerk voor donderdag 9 juni

1. A4’tjes (zie mijn e-mail van 1 juni of van 3 juni)
1.1. Lees
(nog een keer) de uitleg over het gebruik van het imperfectum en de hand-out over ‘t sexy fokschaap.

1.2. Maak de oefening over ‘t sexy fokschaap (25 zinnen) af. De sleutel staat op de tweede pagina.

2. In het cursusboek (het dikke boek)
- blz. 107: opdr. 6 (cd bij jullie cursusboek: track 24)

3. In het werkboek (het dunnere boek)
- blz. 62: opdr. 1
- blz. 63: opdr. 2

4. Sleutel (het dunste boekje)
- blz. 14: controleer jullie antwoorden bij de opdracht uit het cursusboek
- blz. 31: controleer jullie antwoorden bij de opdrachten uit het werkboek

Succes!



Hieronder vinden jullie nog het huiswerk van de afgelopen weken.

Dit hebben we op 19 mei in de les gedaan

Algemeen:
- herhaling van het perfectum: afgelopen weekend heb ik...

In het dikke cursusboek:
- blz. 107: opdr. 4, 5

A4’tjes (zie mijn e-mail van 18 mei)
- van de oefening over landen en adjectieven van landen (25 zinnen) hebben we zin 1 t/m 16 gedaan
- van het A4'tje met de zes korte teksten hebben we het derde, vierde en zesde tekstje gelezen
- van het A4'tje met de vier korte teksten hebben we het eerste en laatste tekstje gelezen


Huiswerk voor donderdag 2 juni (geen les op 26 mei in verband met Hemelvaart)

Let op! Maak de opdrachten over het imperfectum alsjeblieft in ieder geval, want die zijn heel belangrijk voor de volgende les.

1. A4’tje
Maak de oefening over landen en adjectieven van landen af (zie mijn e-mail van 18 mei of klik op de link hieronder). De sleutel staat op de tweede pagina.
oefening-landen-en-hun-adjectieven_-plus-sleut.pdf [66 KB]

2. In het cursusboek (het dikke boek)

- blz. 102 en 103 (doe dit alsjeblieft in ieder geval)
Lees het kaartje en de andere teksten en onderstreep alle vormen van het imperfectum. Schrijf er ook bij wat de infinitief is. Voorbeelden van het imperfectum zijn: werkte, werkten, lachte, lachten, logeerde, logeerden, was, waren, ging, gingen, dronk, dronken. De infinitief is het ‘gewone’ woord zoals het in het woordenboek staat, bijvoorbeeld: werken, lachen, logeren, zijn, gaan, drinken. Let op: de sleutel van deze opdracht zal ik jullie per e-mail sturen.

- blz. 103:
opdr. 1, 2
- blz. 239: de hele linkerkolom (vanaf ‘de afzender’ t/m ‘de taart’) en vanaf ‘Deens’ (in de rechterkolom) t/m ‘het monument’ op blz. 240 (in de linkerkolom)

3. In het werkboek (het dunnere boek)
- blz. 57: opdr. 1, 2, 4 (cd bij jullie werkboek: track 42, 43, 44); let op: jullie hoeven bij opdr. 2 geen tekst te schrijven, het gaat alleen om de uitspraak!
- blz. 58: opdr. 1
- blz. 59: opdr. 6

4. Sleutel (het dunste boekje)
- blz. 13, 14: controleer jullie antwoorden bij de opdrachten uit het cursusboek
- blz. 31: controleer jullie antwoorden bij de opdrachtenuit het werkboek

Succes!